“In een oorlog is het eerste slachtoffer de waarheid,” vertelt Bernd. “Dat gebeurde ook in Drenthe.” Sinds 1823 werd in Assen de Provinciale Drentsche en Asser Courant (PDAC) uitgegeven. Dit was een conservatieve krant, passend bij de tijd. In het begin van de oorlog veranderde er weinig. Maar al snel kreeg de redactie te maken met censuur door de nazi’s.
“Artikelen werden afgekeurd als ze niet pasten bij het beeld dat de Duitsers wilden laten zien. Daardoor gingen mensen schrijven wat gewenst was, en werden veel onderwerpen vermeden,” legt Bernd uit.
Het einde van de Provinciale Drentsche en Asser Courant
Van de inval in 1940 tot halverwege 1942 bleef de krant onder leiding van Hendrik Clewits verschijnen. Hij was directeur, hoofdredacteur én grootaandeelhouder. Toen de Duitsers de krant wilden laten fuseren met het Agrarisch Dagblad, weigerde hij dat. Hij wilde de onafhankelijkheid van de krant bewaren. Toen werd de krant alsnog verboden. “Dat gebeurde onder het mom van papierschaarste,” vertelt Bernd. In plaats van de PDAC kwam het Drents Dagblad. Die krant werd gedrukt in Meppel, met een NSBredactie aan de Nieuwe Huizen in Assen. “De eerste editie verscheen op 1 juni 1942. Op de voorpagina stond: ‘Een oud Drenthe gaat, een nieuw Drenthe komt, doch het komt uit de handen van Drenten.’”
“Mijn vader wist dat we bevrijd zouden worden”
“Mijn vader werkte bij de Provinciale Drentsche en Asser Courant als grafisch ontwerper en fotograaf,” vertelt Bernd. “Tijdens de Duitse inval wist hij al: dit gaat voorbij. Daarom bewaarde hij de hele oorlog een fotorolletje. Zo kon hij op het moment van de bevrijding foto’s maken. Op 13 april 1945 heeft hij dat hele rolletje volgeschoten. Hij ontwikkelde de foto’s, met chemische middelen van de apotheek aan de Kerkstraat.”
De bevrijdingskrant
In Londen werd tijdens de oorlog besloten dat kranten die na 1943 nog verschenen onder Duitse controle, na de bevrijding niet meer mochten terugkeren. Dat gold níét voor de PDAC, omdat die in 1942 al was verboden. “Op 16 april 1945, dus drie dagen na de bevrijding, verscheen er alweer een krant,” zegt Bernd. “Het was slechts één vel papier, gedrukt op oranje papier met het portret van koningin Wilhelmina erop.” De inhoud ging vooral over rantsoenering – het verdelen van schaarse producten – want dat bleef ook na de bevrijding nog een tijd van kracht. “Die speciale pagina heeft later in een extra groot formaat nog aan de gevel gehangen, tijdens een herdenking van de bevrijding,” vertelt Bernd trots.